Het terrein van de Psychologie van Arbeid en Gezondheid, een psychologie die zich vanuit een sociaal– en gedragswetenschappelijk perspectief bezighoudt met de analyse, curatie en preventie van problemen op het gebied van welbevinden en gezondheid binnen arbeidsorganisaties, is een van de terreinen grenzend aan en deels overlappend met het werkveld van de psychotherapie.
De laatste jaren is een flink aantal pogingen gedaan, vooral vanuit universitaire vakgroepen, dit gebied op het raakvlak van klinische en arbeids– en organisatiepsychologie tot bloei te brengen. Er zijn studieroutes samengesteld en er is een aanzet tot bundeling van onderzoeksactiviteiten.
Het Handboek Arbeid en Gezondheid Psychologie wil een overzicht bieden van thema's die dit gebied kenmerken, misschien zelfs definiëren. Zestien auteurs, voor het merendeel universitaire docenten psychologie, presenteren die thema's, met als steeds terugkerende rode draad termen als stress, werkstress, burnout, sociale steun, ervaren competentie en ervaren sturingsmogelijkheden. Opvallend is dat in diverse hoofdstukken ingegaan wordt op interventiemogelijkheden. Niet alleen op macroniveau, zoals in werkgevers– en werknemerskringen gebruikelijk is bij het terugdringen van ziekteverzuim en het verbeteren van arbeidsomstandigheden, maar ook op het niveau van de individuele werknemer.
Het boek is over het algemeen helder geschreven en de redacteuren, Winnubst en Schabracq, zijn er redelijk in geslaagd te veel overlap te vermijden. Wel lijdt ook dit handboek zo nu en dan aan een in de toegepaste psychologie bekend euvel: de indruk wordt impliciet gewekt dat als psychologen de kans zouden krijgen zich echt op een gebied te storten de kennis aanwezig is om het leed de wereld uit te helpen.
Voor psychotherapeuten zijn waarschijnlijk vooral die hoofdstukken interessant waarin behandelingsstrategieën worden beschreven. Schaufeli en Buunk bijvoorbeeld beschrijven een op directieve therapie gebaseerde aanpak van burnout, Schreurs en Winnubst geven een overzicht van bedrijfswelzijnsprogramma’s en IJzermans bespreekt interventies bij stress–klachten op het werk, onder andere gebaseerd op de RET–benadering. Laatstgenoemde besteedt ook een behartigingswaardige paragraaf aan de positie van de psycholoog in de organisatie, met het oog vooral op de veiligheid van de therapeutische situatie.
Bovenstaande opmerkingen zouden de indruk kunnen wekken dat het handboek alleen aan te raden valt aan psychotherapeuten die werken met patiënten met problemen expliciet op of door het werk. Dat is niet zo. Het lezen in dit handboek is voor alle therapeuten nuttig. Eens te meer wordt duidelijk hoe naast de privé–sfeer (het ‘Lieben’), de werksfeer (het ‘Arbeiten’) bepalend voor iemands geestelijk welzijn kan zijn.
Literatuur
J.A.M. Winnubst en M.J. Schabracq (red.) Handboek Arbeid en Gezondheid Psychologie. Hoofdthema's. Utrecht, Lemma, 1992, prijs ƒ 57,50. |