De eerste wetenschappelijke conferentie van de VKJP

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 1992
10.1007/BF03061730

Gehoord

De eerste wetenschappelijke conferentie van de VKJP

F. VerheijContact Information

(1) 

semenvatting  
Op 1 en 2 november 1991 werd in kasteel 't Kerckebosch de eerste wetenschappelijke conferentie van de VKJP voor supervisors en opleiders gehouden. De formule is analoog aan de Windsor-conferenties in Engeland. Een aantal deelnemers is gevraagd als inleider op te treden, andere deelnemers zijn op uitnodiging of na inschrijving aanwezig, waarbij van de laatsten verwacht wordt dat zij een ander jaar spreker zullen zijn. Ten dele zijn de sprekers van nu de luisteraars van morgen, maar telkenmale wordt er zorg gedragen voor vers bloed, zodat er doorgaande beïnvloeding en kwaliteitsverhoging plaatsvindt.

Op 1 en 2 november 1991 werd in kasteel 't Kerckebosch de eerste wetenschappelijke conferentie van de VKJP voor supervisors en opleiders gehouden. De formule is analoog aan de Windsor-conferenties in Engeland. Een aantal deelnemers is gevraagd als inleider op te treden, andere deelnemers zijn op uitnodiging of na inschrijving aanwezig, waarbij van de laatsten verwacht wordt dat zij een ander jaar spreker zullen zijn. Ten dele zijn de sprekers van nu de luisteraars van morgen, maar telkenmale wordt er zorg gedragen voor vers bloed, zodat er doorgaande beïnvloeding en kwaliteitsverhoging plaatsvindt.

In een ambiance die tot rust en bezinning inspireert, opende Van den Langenberg met aan te geven dat in de VKJP reeds jaren plannen voor verdere wetenschappelijke verdieping met supervisors en opleiders bestonden, terwijl de verwerkelijking van de conferentie slechts enkele maanden in beslag nam. Tijhuis, mede-organisator, vervolgde door aan te geven hoe de kinder- en jeugdpsychotherapie naar duidelijker, beter omschreven wetenschappelijke criteria moet groeien. Formele theorieën, praktijktheorieën en vakkennis dienen steeds meer geëxpliciteerd te raken.

Op de eerste dag werd een viertal inleidingen gehouden. De formule voor de gehele conferentie hield in dat na een inleiding van twintig minuten er ongeveer even veel tijd was voor discussie, een formule die succesvol bleek. Nagenoeg na elk referaat ontstond een levendige discussie, soms geanimeerd, soms scherp, altijd verhelderend.

Waaldijk was de eerste inleider die in een levendig referaat liet zien hoe zij in haar praktijk de interactionele psychotherapievorm, vanuit het Utrechtse ontwikkeld, integreert met client-centered handelen. Boer hield twee korte referaten, waarbij hij in de eerste rubriceerde welk onderzoek op het gebied van effectstudies met betrekking tot psychotherapie bestaat, terwijl hij vervolgens een aantal onderzoeksbevindingen refereerde met grote waarde voor de psychotherapeutische praktijk. Een opvallend gegeven dat naar voren kwam is dat in het psychoanalytische praktijkveld, o.a. in de Hamptstead Clinic, op dit moment effectonderzoek plaatsvindt, waarbij gewerkt wordt met geprotocolleerde psychoanalytische psychotherapieën.

In de derde en vierde lezing van de eerste conferentiedag belichtten Van der Most en Heringa vanuit totaal verschillende gezichtshoeken psychotherapie en residentie. Van der Most besprak de waarde van het psychotherapeutisch denken voor de organisatie van de leefgroep in een kinder- en jeugdpsychiatrische kliniek en liet in een boeiend verhaal zien dat in een multidisciplinair team de tendens om te globaliseren groter wordt naarmate de teaminteracties ingewikkelder zijn. Heringa liet zien en ervaren hoe werken in de klinische psychotherapie wissels op de hulpverlener trekt. Na een bijna literaire probleemstelling volgde een helder overzicht over het burn-out-syndroom. Hij daagde de aanwezigen ten slotte uit het eigen burn-out-risico te bepalen aan de hand van een uitgedeelde vragenlijst. Vroeg in de avond werd de eerste dag afgesloten met een diner, waar vele in de loop van de dag opgeroepen discussies zich voortzetten en nieuwe discussies ontstonden.

Op de tweede dag een vol programma. Akkerman liet de aanwezigen proeven van de voorlopige resultaten van een komende dissertatie. Zij onderzocht een interventiemodel met behulp waarvan positieve zelfachting gestimuleerd wordt, zodat een kind in staat is ontwikkelingstaken uit te voeren. Nijhoff liet in woord en beeld de behandeling van een hondenfobie zien. Zij benadrukte de vernieuwende tendensen in de gedragstherapie met kinderen en jeugdigen, waarbij reële confrontatie met angststimuli, verbeeldingstechnieken, speltechnieken en louter praten gecombineerd worden. Vandeputte besprak de rol van supervisie in de opleidingsroute, aan de hand van de optredende tegenoverdracht. Psychotherapie ‘on analytic lines’ met kinderen en jeugdigen is als moeilijk te beschouwen, omdat er gewerkt wordt met ernstig gestoorde kinderen en adolescenten, terwijl de therapievorm afgeleid is en daarmee ingewikkeld. Psychotherapie on analytic lines is vaak meer een puzzel, een zoeken dan de klassieke psychoanalyse. Verheij besloot de morgen met een casuïstisch verhaal over supervisie aan therapeuten die individuele psychotherapie verrichten, terwijl deze onvoldoende ondersteund wordt of blijkt te worden door parallelle ouderbegeleiding. De afsluitende middagreferaten waren van een hoog niveau. Graafsma liet vanuit zijn rijke ervaring het belang van de ego-in-actie-diagnostiek zien. Voor hem staat in de therapie de integratieve functie van het ik centraal. Bij pubers is er sprake van een dubbele vervreemding, te weten zowel uit het eigen driftleven als uit de primaire objectrelaties, waarbij de identificaties los gaan zitten en zij een dubbele kijk vertonen op de werkelijkheid. Driessen sloot wat de referaten betreft deze geslaagde conferentie in stijl af. Hij hield een warm pleidooi voor een gelabelde VKJP-opleiding tot kinder- en jeugdpsychotherapeut, iets waarvoor, zoals bleek uit de discussie, de meeste aanwezigen wel voelden.

Psychotherapie is een deel van het odium kwijt. De organisatorische eenheden psychotherapie liggen hier en daar onder vuur, de richting die RIAGG-jeugdafdelingen zullen gaan is nog lang niet duidelijk. Een conferentie die wetenschappelijke verdieping beoogt en tevens een kwalitatieve denktank is, is voor elk van de specialistische psychotherapieverenigingen een goed idee. Deze conferentie, die ik als inleider en deelnemer meemaakte, was zeer inspirerend en goed voor de professionele identiteit. Ik denk dat ik hiermee de mening van nagenoeg alle aanwezigen vertolk. Het lijkt verstandig (en dit voornemen bestaat) dat de VKJP dit initiatief in een jaarlijkse traditie voortzet.

Naar boven