In het nascholingsprogramma ‘Psychiatrie In progressie’ is in 2003 een serie workshops gepland in samenwerking met het Chicago Center for Family Health, de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en het Amsterdamse Instituut voor Relatie- en Gezinstherapie. De reeks draagt de titel ‘Family resilience’. Dit was de tweede workshop in de reeks.
Celia Falicov is werkzaam als clinical professor in het Department of psychiatry van de Universiteit van Californië – San Diego. Tevens werkt ze in eigen praktijk in individuele, echtpaar- en gezinstherapie. Zij heeft een indrukwekkende reeks publicaties op haar naam staan. Haar artikel (Falicov, 1995) over cultureel leren denken was bij de workshop inbegrepen en is zeer het lezen waard, evenals haar boek over Latijns-Amerikaanse gezinnen in psychotherapie (Falicov, 1998). De eerste dag gaf zij een theoretisch exposé. Op de tweede dag kwamen interculturele huwelijken aan bod, met regelmatige verwijzingen naar de eerder besproken theoretische concepten.
Falicov pleit voor een ‘multidimensionele positie’ ten aanzien van cultuur: ieder, dus ook de psychotherapeut, wordt continu beïnvloed door deelname aan verschillende contexten, zoals etnische groep, stad of platteland, ras, cohort, religie, gender, gezinsconstellatie, leeftijd, sociaal-economische status, taal, opleiding, werk, seksuele oriëntatie, politieke ideologie, migratie en fase van migratie. Een oefening die we in dit verband deden met betrekking tot onze eigen culturele bagage gaf aan hoeveel subtiele verschillen er in zo'n klein land als Nederland al zijn binnen de overigens grotendeels witte groep hulpverleners die deelnamen aan de workshop. Op deze manier werd het thema cultuur niet ‘geëxoticeerd’ maar juist dichterbij gehaald.
Een centraal begrip in haar theorie is de ‘dominante dyade’. Herkenning en erkenning van de dominante dyade in een cultuur is van groot belang om misverstanden en misinterpretaties te voorkomen: in het westen is dat de partnerrelatie, in andere culturen kan dat bijvoorbeeld de moeder-zoonrelatie zijn. Cultureel gezien kan het dus beter zijn dat moeder iets met zoon bespreekt, die het dan weer met vader bespreekt, omdat zoon meer status heeft dan moeder. De gebruikelijke interventie van gezinstherapeuten om een meer rechtstreekse communicatie te bewerkstellingen tussen de partners is dan niet juist. Zo is ook de vraag of het gaat om een nuclear family of een extended family voor de behandeling heel relevant.
Een videoband van een Nederlands-Duits echtpaar, die als illustratie dienst deed, liet zien hoeveel conflicten die als persoonlijke conflicten werden gebracht, begrepen kunnen worden als onderdeel van onze dominante cultuur: twee banen, kinderen, complexe taakverdeling enzovoort. Aan de hand van de video kwamen veel kenmerkende aspecten van Falicovs werkwijze naar voren: vragen over de migratiegeschiedenis, zoeken naar overeenkomsten, de impact die de geschiedenis van een natie kan hebben op een persoon, welk verschil maakt verschil?
Het thema ‘type migratie’ werd verder uitgewerkt. Het kan gaan om individuele migratie waarbij er soms een verlate presentatie van klachten is, bijvoorbeeld 10 jaar na vertrek. Een andere vorm betreft de gefaseerde migratie, waarbij gezinnen in fases migreren en daardoor soms gefragmenteerd zijn geraakt. Het kan zijn dat er nog kinderen leven in het land van herkomst, hetgeen niet altijd spontaan verteld wordt. Via een genogram wordt in kaart gebracht wie de spelers zijn in het ‘migratiedrama’: degenen die blijven, degenen die gaan, degenen die komen en gaan. Daarbij zijn herenigingen en scheidingen vaak beide pijnlijk Bij migratie speelt altijd een vorm van verlies, van rouw en verdriet. Er zijn vaak veel ambivalenties: de verliezen zijn niet helemaal helder en onomkeerbaar. Iemand kan psychologisch aanwezig zijn maar fysiek afwezig, en fysiek aanwezig maar psychologisch afwezig. Het feit dat er geen goede rituelen voorhanden zijn, evenals het gegeven dat er vaak ongunstige sociologische factoren meespelen, zoals werken onder je niveau, maken dat verliezen moeilijker worden verdragen. Falicov vertelde over een onderzoek waaruit naar voren komt dat ouders die enigszins vasthouden aan oude rituelen uit het land van herkomst en niet bezwijken onder de druk van hun adolescente kinderen beter functioneren. Zo lijkt het tot meer veerkracht te leiden om niet tussen twee culturen te leven maar in twee culturen.
In de therapie probeert ze zicht te krijgen op het proces dat aan de migratie voorafgaat door de richtvragen: wie, waarom, wanneer, waarom toen, waarvoor, voor wie en hoe? Ze stelt therapeutische rituelen voor wanneer de migratiestress ondraaglijk wordt en men er niet mee kan leven. Bij interculturele huwelijken vraagt ze altijd expliciet naar de rol die culturele verschillen spelen in de relatie. Diagnostisch relevant is of de echtelieden een complex en uitgebalanceerd antwoord geven of een onevenwichtig en pover antwoord. Zij werkte verschillende patronen uit en gaf er sprekende voorbeelden bij: er kunnen botsingen tussen culturele codes plaatsvinden; het kan zijn dat er geen toestemming is voor de verbintenis; mogelijk is er etnische stereotypering in tijden van stress; er kunnen ‘tijdbommen’ zijn die opspelen op verschillende momenten in de levenscyclus; en van belang zijn de rituelen en overgangen.
Op een bijzonder levendige wijze, zowel door de afwisseling in tekst en beeld en door haar manier van presenteren wist ze de zaal alert te houden: ‘Are you with me?’ Ze legde steeds de verbinding tussen theoretische overwegingen en de klinische praktijk. De workshop werd afgesloten met een illustratieve en geestige Britse film ‘East is East’ over een Londense familie met een Pakistaanse moslimvader, een Londense moeder en zeven kinderen die opgroeien in deze mix van culturen.
Het waren een paar rijke en leerzame dagen: theoretisch veel reflectiemogelijkheden, een levendige uitwisseling in en met de zaal, en soms heel ontroerende momenten. En last but not least: een ervaren, goed geschoolde, bekwame therapeute die haar materiaal ook nog eens zeer goed voor het voetlicht kan brengen. Psychotherapie zoals psychotherapie moet zijn: zowel science als art, waarbij de maatschappelijke relevantie evident is. Ik was zeer tevreden en velen met mij.